Eindplan
Samen met de gemeente Bergen en het Waterschap Limburg heeft Kampergeul in 2020 de inrichting van het gebied ten noorden van de bestaande voorhaven uitgewerkt. Dit Plan van de Eindtoestand is op 23 november 2020 door de Provincie Limburg goedgekeerd.
In de eindsituatie wordt een groot deel van het plangebied ingericht als natuur. Het gebied van de hoogwatergeul en het dassencompensatiegebied maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Met dit natuurnetwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden wil de overheid de Nederlandse natuur behouden en versterken door ze beter met elkaar en met het omringende agrarische gebied te verbinden.
Het dassencompensatiegebied wordt na aanvulling ingericht als foerageergebied voor de dassen die in het zuiden hun leefgebied kwijtraken. Het gebied wordt grasland met fruitbomen geflankeerd door greppels en houtsingels. Het natuurbeheer van dit kleinschalig cultuurlandschap kan zo mogelijk in de toekomst door agrariërs worden uitgevoerd.
De hoogwatergeul beslaat het meest westelijke gebied langs de Maas. De ondiepe geul heeft een breedte van 150 tot 200 meter en zal bij hoogwater gaan meestromen met de Maas. In de geul en op de oevers zal zich een riviergebonden natuurtype ontwikkelen.
Aan weerszijden van de bestaande Voorhaven wordt de oppervlakte open (vaar)water vergroot, waardoor een recreatieplas ontstaat voor de watersport. Door de oevers aan de noord- en zuidzijde van de recreatieplas te verlagen, zal deze bij hoogwater eveneens gaan meestromen en functioneren als een tweede, parallelle hoogwatergeul.
In deze Vergrote Voorhaven worden met name extensieve vormen van waterrecreatie toegelaten. De Vergrote Voorhaven vormt daardoor een overgangszone tussen de rustige natuur van de hoogwatergeul en de intensieve waterrecreatie op en rondom het Leukermeer.
De oevers van de recreatieplas en de hoogwatergeul worden op verschillende manier afgewerkt. Daar waar de oevers een constructieve functie hebben en niet mogen uitspoelen worden ze bedekt met grind en stortsteen. Dat gebeurt ter plaatse van de invaart en de uitstroom van de geul. Voor het overige worden de oevers vooral ingericht om bij te dragen aan de ecologische functie en de recreatieve uitstraling van het gebied.
Op die manier ontstaan er een aantal verschillende oevertypes, onder andere de Groene recreatieoever, de Smalle natuuroever en de Brede natuuroever.